Als (toekomstig) eigenaar en/of beheerder van een koelinstallatie of airconditioner in Nederland heeft u te maken met CFK-wetgeving.
In deze wetgeving (RLK 1993) wordt bepaald op welke wijze omgegaan moet worden met stoffen die de ozonlaag aantasten.
Tevens worden hierin de verbodsdata in verband met de toepassing van deze stoffen aangegeven.
Bij de meeste airconditioners worden koelmiddelen gebruikt die
onder de RLK (Regeling Lekdichtheid Koelmiddelen) vallen. Dit
houdt onder ander in dat een airconditioning installatie
aangelegd en onderhouden dient te worden door een STEK-erkend installateur.
Uit oogpunt van lekkagepreventie moeten grotere installaties
regelmatig worden gecontroleerd.
Onderhoud van grotere installaties moet tenminste jaarlijks
gebeuren.
Al deze voorschriften en wetten zijn er op gericht om zoveel
mogelijk te voorkomen dat er Cfk's in de atmosfeer komen, daar
deze schadelijk zijn voor de ozonlaag.
Tegenwoordig worden er al gassen toegepast (R134a en R407C) die
veel minder schadelijk zijn dan de eerder toegepaste gassen
zoals Freon 11, 12 en 22.
De STEK ( Stichting Erkenningsregeling voor de uitoefening van het Koeltechnisch bedrijf) controleert bij de installateurs en bij de eindgebruikers of alle voorschriften worden nageleefd.
De verplaatsbare airconditioners vallen niet onder deze voorschriften.